Menu
Gebarentaal
“Is gebarentaal overal hetzelfde?” Het antwoord is kort, maar bondig. Nee!
Gebarentaal is geen universele taal, wereldwijd worden er zelfs meer dan 100 verschillende gebarentalen gebruikt! En hoe komt dat nou? Gebarentalen zijn op dezelfde manier ontstaan als gesproken talen, deze talen worden niet bedacht. Vanuit de behoeften om te communiceren, ontstaan deze talen op natuurlijke wijze. De verschillen in gebaren kunnen cultuurgebonden zijn, een voorbeeld hiervan is het gebaar ETEN. Het Nederlandse gebaar wordt gemaakt door de wijsvinger over de duim heen te leggen en een beweging te maken naar de mond. Dit zou het eten zelf kunnen zijn, maar ook het bestek bijvoorbeeld.
In Japan wordt dit gebaar met twee handen gemaakt, de ene hand voor het vasthouden van een kom en de andere hand twee eetstokjes. Zo zie je maar, dat deze gebaren ook visueel maken hoe er in het desbetreffende hand gegeten wordt. Net zoals het Nederlands, kent de Nederlandse Gebarentaal een eigen lexicon, grammatica en geschiedenis. De Nederlandse Gebarentaal is jaren geleden ontstaan door vijf dovenscholen: Guyot in Groningen, Instituut voor Doofstommen in Sint Michielsgestel, R.M.I. in Rotterdam, Effatha in Voorburg en de Ammanschool in Amsterdam. Gebarentalen kennen ook dialecten, deze bovengenoemde scholen zouden deze dialecten verklaren. Nederlands is de officiële taal van Nederland. Het Fries is de tweede officiële taal in de provincie Fryslân. En wat betekent dit nou?
Dit betekent dat Friese burgers het recht hebben om hun eigen taal te gebruiken, ofwel het Nederlands of het Fries, bijvoorbeeld in de rechtszaal of in contact met gemeente. In de wet is bepaald dat ook een eed of belofte in het Fries mag worden afgenomen. Wat heeft dit nu te maken met gebarentaal, hoor ik je denken. Tot op 13 oktober 2020 was dit niet het geval voor de Nederlandse Gebarentaal. Er zijn in Nederland naar schatting 30.00 dove en slechthorende mensen voor wie NGT hun moedertaal is. Toch was het voor hen niet vanzelfsprekend om informatie in hun eigen taal te mogen ontvangen.
Meer dan dertig jaar is er door meerdere initiatiefnemers en mensen uit de dovengemeenschap gestreden voor deze erkenning. Wettelijke erkenning betekent dat gebarentaal op grotere schaal wordt gebruikt en dat mensen die NGT gebruiken meer aandacht besteden aan gebarentaal. Gelukkig hebben we dit al gezien. Een bekend voorbeeld is het gebruik van gebarentaaltolken op persconferenties van het kabinet. In 2019 was dit nog niet het geval, live-berichtgeving over de tramaanslag in Utrecht was niet te volgen door veel dove mensen omdat de gebarentolk ontbrak.
Wat men vaak vergeet is dat niet alleen dove mensen zelf deze taal gebruiken, ook horende ouders van dove kinderen, horende kinderen van dove ouders, professionals, tolken en andere mensen die betrokken zijn bij de dovengemeenschap.
Gebarentaal is geen universele taal, wereldwijd worden er zelfs meer dan 100 verschillende gebarentalen gebruikt! En hoe komt dat nou? Gebarentalen zijn op dezelfde manier ontstaan als gesproken talen, deze talen worden niet bedacht. Vanuit de behoeften om te communiceren, ontstaan deze talen op natuurlijke wijze. De verschillen in gebaren kunnen cultuurgebonden zijn, een voorbeeld hiervan is het gebaar ETEN. Het Nederlandse gebaar wordt gemaakt door de wijsvinger over de duim heen te leggen en een beweging te maken naar de mond. Dit zou het eten zelf kunnen zijn, maar ook het bestek bijvoorbeeld.
In Japan wordt dit gebaar met twee handen gemaakt, de ene hand voor het vasthouden van een kom en de andere hand twee eetstokjes. Zo zie je maar, dat deze gebaren ook visueel maken hoe er in het desbetreffende hand gegeten wordt. Net zoals het Nederlands, kent de Nederlandse Gebarentaal een eigen lexicon, grammatica en geschiedenis. De Nederlandse Gebarentaal is jaren geleden ontstaan door vijf dovenscholen: Guyot in Groningen, Instituut voor Doofstommen in Sint Michielsgestel, R.M.I. in Rotterdam, Effatha in Voorburg en de Ammanschool in Amsterdam. Gebarentalen kennen ook dialecten, deze bovengenoemde scholen zouden deze dialecten verklaren. Nederlands is de officiële taal van Nederland. Het Fries is de tweede officiële taal in de provincie Fryslân. En wat betekent dit nou?
Dit betekent dat Friese burgers het recht hebben om hun eigen taal te gebruiken, ofwel het Nederlands of het Fries, bijvoorbeeld in de rechtszaal of in contact met gemeente. In de wet is bepaald dat ook een eed of belofte in het Fries mag worden afgenomen. Wat heeft dit nu te maken met gebarentaal, hoor ik je denken. Tot op 13 oktober 2020 was dit niet het geval voor de Nederlandse Gebarentaal. Er zijn in Nederland naar schatting 30.00 dove en slechthorende mensen voor wie NGT hun moedertaal is. Toch was het voor hen niet vanzelfsprekend om informatie in hun eigen taal te mogen ontvangen.
Meer dan dertig jaar is er door meerdere initiatiefnemers en mensen uit de dovengemeenschap gestreden voor deze erkenning. Wettelijke erkenning betekent dat gebarentaal op grotere schaal wordt gebruikt en dat mensen die NGT gebruiken meer aandacht besteden aan gebarentaal. Gelukkig hebben we dit al gezien. Een bekend voorbeeld is het gebruik van gebarentaaltolken op persconferenties van het kabinet. In 2019 was dit nog niet het geval, live-berichtgeving over de tramaanslag in Utrecht was niet te volgen door veel dove mensen omdat de gebarentolk ontbrak.
Wat men vaak vergeet is dat niet alleen dove mensen zelf deze taal gebruiken, ook horende ouders van dove kinderen, horende kinderen van dove ouders, professionals, tolken en andere mensen die betrokken zijn bij de dovengemeenschap.